poeper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  poeper    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • poe·per
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van poepen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord poeper poepers
verkleinwoord poepertje poepertjes

Zelfstandig naamwoord

depoeperm [2]

  1. iemand die poept
  2. (informeel) achterste
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord poeper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.