police

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  police (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: / pəˈlis /
Woordherkomst en -opbouw
  • Uit Middelfrans police “bestuur”, “openbare orde(macht)”.
Woordafbreking
  • po·lice
Naar frequentie 361

Zelfstandig naamwoord

police

  1. politie
    «The police caught the handbag thief in the store.»
    De politie ving de dief van de handtas in de winkel.
Hyponiemen
  • royal canadian mounted police
  • mounted police
  • secret police
  • state police
Afgeleide begrippen

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  police    (hulp, bestand)
  • IPA: /po.lis/
Woordherkomst en -opbouw
  • [1] Ontleend aan Latijn politia “stadsbestuur”, aangetroffen sinds 1365. [1]
  • [2] [3] Uit Italiaans polizza “certificaat”, “bewijs”, “polis”, voor het eerst aangetroffen in 1370. [2]
  • [3] Oorspronkelijk in de betekenis “bewijs, overzicht van alle voorkomende drukletters van een tekst”.
Woordafbreking
  • po·lice

Zelfstandig naamwoord

police v

  1. politie
  2. (van verzekering) polis
  3. (typografie) (informatica) lettertype, font
Afgeleide begrippen
  • policier

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.