politie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: politie (hulp, bestand)
- IPA: / poˈli(t)si / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- po·li·tie
Woordherkomst en -opbouw
- v [1]: via Middelnederlands policie / policy van laat Middelfrans policie; in de betekenis ‘stedelijk bestuur’ aangetroffen vanaf 1477, in die van ‘stedelijke regelgeving’ vanaf 1487 [1] [2] [3]
De spelling -c- werd uitgesproken als een wrijfklank [ts] en in het latere Frans vereenvoudigd tot een sisklank [s]). - v [2], [3]: leenvertaling van Frans police, in de betekenis van ‘overheidsdienst voor openbare orde’ aangetroffen vanaf 1798 [3]
- v/m: (verkorting) van politieman
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | politie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de politie v
- (verouderd) bestuur van een stad of staat
- (bedrijf) (ordehandhaving) overheidsdienst die belast is met de handhaving van de openbare orde en veiligheid en het opsporen van wetsovertreders
- De politie stond bij hem op de stoep.
- Als je te hard rijdt, krijg je een bekeuring van de politie.
Synoniemen
- [1] bestuur, stadsbestuur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | politie | polities |
verkleinwoord | politietje | politietjes |
Zelfstandig naamwoord
de politie v / m
- (spreektaal) (beroep) ambtenaar bij de politie
- Die politie stond op de hoek te kijken, maar hij deed verder niets.
Synoniemen
- politieagent, diender [2]
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Overerving en ontlening
Uitdrukkingen en gezegden
De politie of justitie |
Vertalingen
1. een overheidsdienst die belast is met de handhaving van de openbare orde...
Gangbaarheid
- Het woord politie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "politie" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ politie op website: Etymologiebank.nl
- 1 2 "politie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
politie
- politie; een overheidsdienst die belast is met de handhaving van de openbare orde en veiligheid en met het opsporen van wetsovertreders
Veluws
Zelfstandig naamwoord
politie
- politie; een overheidsdienst die belast is met de handhaving van de openbare orde en veiligheid en met het opsporen van wetsovertreders
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.