ponte

Galicisch

Uitspraak
  • Geluid:  ponte    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈponte̝/
enkelvoud meervoud
ponte pontes

Zelfstandig naamwoord

ponte v

  1. brug


Italiaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈponte/
Woordafbreking
  • pon·te

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
ponte ponti

ponte m

  1. (bouwkunde), (verkeer) brug
  2. (scheepvaart) dek, brug
  3. (tandheelkunde) brug
  4. (sport) brug


Portugees

enkelvoud meervoud
ponte pontes

Zelfstandig naamwoord

ponte v

  1. brug


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
ponerse

ponte

  1. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ponerse
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.