tandheelkunde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tandheelkunde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tand·heel·kun·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tandheelkunde -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

detandheelkundev

  1. (wetenschap) wetenschap voor de verzorging van de tanden
Hyponiemen
  • kindertandheelkunde
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tandheelkunde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.