porem

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  porem    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈporəm/
Woordafbreking
  • po·rem
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘Bargoens: gezicht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1875 [1]
  • Herkomst: Bargoens [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord porem porems
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetporemo

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) gezicht, smoel
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord porem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
11 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.