portiek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  portiek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • por·tiek
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘open portaal’ voor het eerst aangetroffen in 1696 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord portiek portieken
verkleinwoord portiekje portiekjes

Zelfstandig naamwoord

deportiekv [3]

  1. (bouwkunde) (gemeenschappelijke) woningingang bestaande uit een open portaal binnen de voorgevellijn, dat via een trap, of rechtstreeks, toegang geeft tot een of meerdere huisdeuren
  2. (bouwkunde) open overdekte zuilengang of galerij voor of op zij van een gebouw, zuilengalerij
Hyponiemen
  • betalingsportiek
Afgeleide begrippen
  • porticus, portiekflat, portiekfunctionaris, portiekgesprek, portiekwoning
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord portiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.