possessief

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  possessief    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pos·ses·sief
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bezittelijk voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1625 [1]
  • afgeleid van possessie met het achtervoegsel -ief
enkelvoud meervoud
naamwoord possessief possessieven
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetpossessiefo [2]

  1. bezittelijk voornaamwoord (possessivum) [3]
Vertalingen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen possessiefpossessieverpossessiefst
verbogen possessievepossessieverepossessiefste
partitief possessiefspossessievers-

Bijvoeglijk naamwoord

possessief [4]

  1. (taalkunde) bezittend, bezittelijk, bezitterig
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord possessief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
54 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.