postbedrijf
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: postbedrijf (hulp, bestand)
Woordafbreking
- post·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van post zn en bedrijf zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | postbedrijf | postbedrijven |
verkleinwoord | postbedrijfje | postbedrijfjes |
Zelfstandig naamwoord
het postbedrijf o
- bedrijf dat zorgt voor het vervoer en de bezorging van postbrieven, postkaarten en poststukken
- ▸ In een speciale zitting heeft het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden een wetsvoorstel aangenomen dat de bezuinigingen op het postbedrijf moet terugdraaien. Daarnaast moet het bedrijf nog eens 25 miljard dollar krijgen.[2]
- ▸ De postbedrijven PostNL en Sandd mogen toch fuseren. Staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken maakt gebruik van haar bevoegdheid de fusie goed te keuren ondanks het negatieve advies van mededingingsautoriteit ACM. Die gaf eerder geen toestemming voor de overname van Sandd door PostNL.[3]
Synoniemen
- postdienst, posterijen
Gangbaarheid
- Het woord postbedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Huis VS wil miljardensteun postbedrijf om stemchaos te voorkomen” (Zondag 23 augustus 2020, 04:46), NOS
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Fusie PostNL en Sandd gaat toch door” (Vrijdag 27 september 2019, 17:45), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.