prak
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: prak (hulp, bestand)
Woordafbreking
- prak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prak | prakken |
verkleinwoord | prakje | prakjes |
Zelfstandig naamwoord
de prak m [3]
- (kookkunst) hoeveelheid fijngemaakte (geprakte) door elkaar gemengde materie (meestal eten)
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
prakken |
prak
Gangbaarheid
- Het woord prak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "prak" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.