premisse

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  premisse    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pre·mis·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vooropgezette stelling’ voor het eerst aangetroffen in 1777 [1]
  • afgeleid van het Latijnse mittere (zenden) met het voorvoegsel pre- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord premisse premissen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

depremissev [3]

  1. het voorafgaande, de voorafgaande stelling
  2. in de abstracte logica: elk van de beide voorafgaande stellingen (propositio major en propositio minor) van een syllogisme waaruit de conclusie wordt gevormd
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord premisse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
67 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.