privé-eigenaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  privé-eigenaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pri·vé-·ei·ge·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord privé-eigenaar privé-eigenaren
privé-eigenaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deprivé-eigenaarm

  1. persoon die iets bezit voor zichzelf zonder het te hoeven delen met anderen
    • De privé-eigenaar van dit natuurgebied verbiedt bezoekers dit terrein te bezoeken. 

Gangbaarheid

  • Het woord privé-eigenaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.