privé-instructeur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: privé-instructeur (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pri·vé-·in·struc·teur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van privé bn en instructeur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | privé-instructeur | privé-instructeurs |
verkleinwoord | privé-instructeurtje | privé-instructeurtjes |
Zelfstandig naamwoord
de privé-instructeur m
- (beroep) (onderwijs) iemand die slechts één persoon instrueert (onderricht) in een vaardigheid
- De prinses had een privé-instructeur die haar leerde hoe ze moest paardrijden.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord privé-instructeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.