privébedrijf

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  privébedrijf    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pri·vé·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord privébedrijf privébedrijven
verkleinwoord privébedrijfje privébedrijfjes

Zelfstandig naamwoord

hetprivébedrijfo

  1. onderneming die in bezit van particulieren is; particuliere onderneming
     Volgens het bestuur runden Robles en zijn vrouw MKI (Medical Knowledge Institute) als een privébedrijf, waarbij enkel de declaraties al ruim 70.000 euro per jaar beliepen.[1]
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord privébedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Opnieuw goed doel in opspraak” (06-09-2013,), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.