privébelegging
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: privébelegging (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pri·vé·be·leg·ging
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van privé bn en belegging zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | privébelegging | privébeleggingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de privébelegging v
- investering in waardepapieren met particulier kapitaal
- ▸ Ten zevende zorgden de stijging van het aandeel van de privébeleggingen in het bbp en de daling van het privésparen voor het grootste financieel tekort van de privésector in de Amerikaanse geschiedenis. Op zijn hoogtepunt eind 2000 bedroeg dat tekort bijna 7 procent van het bbp. Normaal heeft de privésector een bescheiden overschot.[1]
Gangbaarheid
- Het woord privébelegging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “FT. VS hebben hulp nodig om wereldeconomie op gang te trekken” (Donderdag 20 september 2001 om 00:00), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.