privégelegenheid

Uitspraak

• Geluid:  privégelegenheid    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pri·vé·ge·le·gen·heid

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  privé bn  en  gelegenheid zn 

Zelfstandig naamwoord

de privégelegenheid v

1. iets dat helemaal valt in de persoonlijke levenssfeer en waar de buitenwereld niets mee te maken heeft

   ▸ Op feestjes thuis of andere privégelegenheden was het tot nu geldende auteursrecht nooit een probleem. Maar onder anderen filmmakers konden op een flinke rekening rekenen als ze op het scherm het verjaardagslied lieten horen. Volgens berekeningen zou het bedrijf jaarlijks 2 miljoen dollar (1,8 miljoen euro) verdienen aan de auteursrechten.^[1]

   ▸ De 55-jarige Van Inkel gaat niet in op berichten dat hij een hartinfarct heeft gehad. ,,Het is een privégelegenheid, ik ben op dit moment niet in staat op vaste basis een programma te maken’’, zei Van Inkel al eerder tegen deze site.^[2]

Gangbaarheid

• Het woord privégelegenheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen