privégids
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: privégids (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pri·vé·gids
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van privé bn en gids zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | privégids | privégidsen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de privégids m
- (beroep) iemand die één persoon of een besloten groep begeleidt en uitleg geeft
- ▸ De Franse touroperator Clio biedt reislustigen een wel heel avontuurlijke trip aan. Voor minder dan 3000 euro organiseert het een tiendaagse cultuurreis naar het door oorlog verscheurde Syrië. Per auto, voorzien van privégids, doen toeristen onder meer hoofdstad Damascus en het door IS-razernij vernielde Palmyra aan. Het Franse ministerie van Buitenlandse zaken raadt de reis ten strengste af. ‘Niets aan de hand’, claimt Clio.[1]
Gangbaarheid
- Het woord privégids staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron David van der Heeden“‘Niets aan de hand’: Franse touroperator verkoopt eerste vakanties naar Syrië” (01-03-2019), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.