privékapitaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  privékapitaal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pri·vé·ka·pi·taal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord privékapitaal privékapitalen
verkleinwoord privékapitaaltje privékapitaaltjes

Zelfstandig naamwoord

hetprivékapitaalo

  1. een grote hoeveelheid geld die men als persoon bezit
     De eerste keer zette Adri Oude Vrielink zette zijn geesteskind voort door er opnieuw privékapitaal in te steken.[1]
     Het is van de gekke dat je privékapitaal moet gebruiken voor de baas terwijl je alleen de benzineprijs van 2006 vergoed krijgt”, zegt voorzitter Jan van Delft van VZR.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord privékapitaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Michel van Ballegooij
    “Deze 20 bekende Twentenaren zijn ons ontvallen in 2019” (31-12-2019), Tubantia
  2. Weblink bron
    Erik Kouwenhoven
    “Zo hoog zou onkostenvergoeding van de baas moeten zijn bij de huidige benzineprijzen” (10-03-2022), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.