privéondernemer

Uitspraak

• Geluid:  privéondernemer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pri·vé·on·der·ne·mer

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  privé bn  en  ondernemer zn 

Zelfstandig naamwoord

de privéondernemer m

1. (beroep) persoon die als een particulier een bedrijf bezit en bestuurt

   ▸ De correctionele rechtbank van Brussel heeft woensdag een dertigtal militairen en privéondernemers veroordeeld voor fraude binnen het Belgische leger.^[1]

   ▸ 'In het boek wordt gewezen op de onmiskenbaar sterke aanwezigheid van de Franse groep Vinci, dochterbedrijf CFE en kleindochter Deme rond Johan Vande Lanotte, zowel in zijn hoedanigheid als privéondernemer, basketvoorzitter, havenvoorzitter, voorzitter van het Kursaal', stelden de auteurs. '^[2]

   ▸ Ondoorzichtige kredietconstructies hebben een enorme vlucht genomen. Hoe groot de schaduwbanken-economie is, weet niemand, maar iedereen heeft snelle kredieten nodig. Privéondernemers die niet terechtkunnen bij staatsbanken, kunnen niet zonder. Maar ook lagere overheden maken er gretig gebruik van, omdat ze geen tijd hebben om op de logge bureaucratie van officiële banken te wachten. De overheid probeert de verslaving aan gemakkelijk krediet te temperen, want het schaduwbank-probleem vormt een potentiële ramp voor de Chinese economie. Niemand weet immers precies hoeveel geld waar uitstaat, en hoeveel nooit zal worden terugbetaald.^[3]

Gangbaarheid

• Het woord privéondernemer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen