privéonderneming

Uitspraak

• Geluid:  privéonderneming    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pri·vé·on·der·ne·ming

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  privé bn  en  onderneming zn 

Zelfstandig naamwoord

de privéonderneming v

1. bedrijf dat in handen is van een particulier

   ▸ Herman Wessels is van 20 juni 1954. Hij is het zesde en jongste kind van een gezin dat bestond uit drie jongens en drie meisjes. Broer Henk overleed enkele jaren geleden aan een hartstilstand. Herman trouwde in 1977 met de uit Holten afkomstige Jannie Brinks. Ze kregen drie kinderen, dochter Rianne (24) en de zoons Arjan (25) en Dick (21). Rianne werkt bij Volker Wessels, Arjan is werkzaam in Wessels’ privéonderneming en Dick is marinier.^[1]

   ▸ Het bedrijf, dat in 2010 in San Francisco werd opgericht en zich presenteerde als ‘ieders privéchaufeur’, opereert wereldwijd in 630 steden en verzorgt dagelijks vijftien miljoen ritten. Met een marktwaarde van 70 miljard dollar is het ’s werelds meest waardevolle privéonderneming. Het onderzoek van CNN raakt Uber, dat ‘een veilige rit naar huis’ als credo hanteert, in het hart.^[2]

Gangbaarheid

• Het woord privéonderneming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen