privételefoon
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: privételefoon (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pri·vé·te·le·foon
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van privé bn en telefoon zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | privételefoon | privételefoons |
verkleinwoord | privételefoontje | privételefoontjes |
Zelfstandig naamwoord
de privételefoon m
- telefoon voor persoonlijk gebruik
- ▸ Medewerkers van Kindergarden mogen geen privételefoon bij zich hebben op de werkvloer en ook geen privéfilmpjes maken. Wel worden beelden gemaakt voor de ouders op iPads van Kindergarden zelf. De jonge vrouw moest vanuit haar opleiding als leeropdracht wat beelden maken, en waarschijnlijk heeft ze hier dus misbruik van gemaakt.[1]
Antoniemen
- bedrijfstelefoon
Gangbaarheid
- Het woord privételefoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Sebastiaan Quekel“Ouders geschokt: video van kinderen Amsterdamse opvang op 'onacceptabele' manier op TikTok” (17-01-2023), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.