pronkzucht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pronkzucht    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pronk·zucht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pronkzucht
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

depronkzuchtv/m

  1. de grote behoefte om je welvaart en rijkdom te showen
     De aartsbisschop wordt ambtsmisbruik en pronkzucht verweten. Ook zou hij zijn ondergeschikten niet goed hebben gecontroleerd, waardoor zij met de corruptie konden wegkomen.[2]
Afgeleide begrippen
  • pronkzuchtig

Gangbaarheid

  • Het woord pronkzucht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Servische aartsbisschop weg na miljoenenzwendel” (Zaterdag 13 februari 2010, 17:58), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.