prosector

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  prosector    (hulp, bestand)
  • IPA: /pro'sɛktɔr/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • pro·sec·tor
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord prosector prosectoren
prosectors
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deprosectorm

  1. (beroep) (medisch) (onderwijs) een ontleder van menselijke en dierlijke lichamen
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord prosector staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
40 %van de Nederlanders;
51 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.