proxo

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

proxo m

  1. (spreektaal) pooier, bikker
    «Marcel, s'il voulait il pourrait faire proxo avec toutes les meufs qu’il se tape chaque semaine.»
    Met al die vrouwen die hij iedere week versiert zou Malik zó voor pooier kunnen doorgaan. [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.