psalm

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  psalm    (hulp, bestand)
  • IPA: /psɑlm/
Woordafbreking
  • psalm
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘godsdienstig lied’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord psalm psalmen
verkleinwoord psalmpje psalmpjes

Zelfstandig naamwoord

depsalmm

  1. (religie) elk van honderdvijftig gezangen uit de Tenach en het Oude Testament
    • Alles draait in dienst in Baptistenkerk om het thema dankbaarheid. Of het nu het gebed, de preek, een klein toneelspel of de tekst van psalmen, gezangen en liederen, is, alles daat erom dat mensen in het leven dankbaar moeten zijn. [2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord psalm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.