pul

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pul    (hulp, bestand)
  • IPA: /pʏl/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • pul
Woordherkomst en -opbouw
  • [1]: van Middelnederlands pulle, in de betekenis van ‘kannetje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1469 [1][2][3]
  • [2], [3]: van de lokroep poele voor kippen, in de betekenis van ‘jong van een eend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1599 [4][5][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord pul pullen
verkleinwoord pulletje pulletjes

Zelfstandig naamwoord

depulv/m

  1. gewoonlijk aardewerken kroes voor bier met een deksel
    • Het bier werd geserveerd in grote pullen. 
  2. eendenkuiken, ook wel gebruik voor jong van kip of zwaan (in deze betekenis wordt vaak de verkleinvorm "pulletje" gebruikt)
    • Ziet hij op een dag een moedereend met tien pulletjes, een week later zijn dit er nul tot aanzienlijk minder. „Oorzaak: veel kraaien of kauwen”, schrijft hij. [6]
  3. (figuurlijk) klein kind of jonge vrouw
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pul staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
63 %van de Vlamingen.[7]

Meer informatie

Verwijzingen

Turks

Zelfstandig naamwoord

pul

  1. schub, vlok
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.