push-up

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  push-up    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • push-up
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord push-up push-ups
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

depush-upm

  1. krachtoefening waarbij het lichaam rustend op handen en voeten door de armen op- en neer bewogen wordt
    • Eenmaal vastgesnoerd kunnen we rustig beginnen met wat squats en push-ups. Dat is makkelijk: door het elastiek ben je vederlicht en kun je je zelfs opdrukken met twee vingers, zo laat de lerares zien, met zo'n blik alsof ze enorme kreten van ongeloof verwacht.[1] 
    • Vijftien minuten lang wisselen push-ups sit-ups en jumping jacks zich in een moordend tempo af: voor menigeen al voldoende fitness voor de hele week, maar na een pauze van wat aanvoelt als twee nanoseconden begint de les pas écht.[2] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord push-up staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Het Parool LOUIS BOLLEE 8 SEPTEMBER 2017 Misselijk van het stuiteren bij bungee work-out
  2. Het Parool HANS VAN LISSUM 14 JULI 2017 Kickboksen in Amsterdam: dat is hard bikkelen
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.