putting

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  putting    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • put·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord putting puttings
verkleinwoord puttinkje puttinkjes

Zelfstandig naamwoord

deputtingv

  1. (scheepvaart) een stevig aan dek of boord verankerd oog waaraan het want of een stag want wordt bevestigd
    • Met een wantspanner tussen stag en putting kan men de spanning instellen. 
Synoniemen
Hyperoniemen
  • scheepsbeslag, dekbeslag
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord putting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
53 %van de Nederlanders;
51 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.