pyjamabroek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pyjamabroek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • py·ja·ma·broek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pyjamabroek pyjamabroeken
verkleinwoord pyjamabroekje pyjamabroekjes

Zelfstandig naamwoord

depyjamabroekv/m

  1. De (lange) wijde broek die samen met een pyjamajasje een pyjama vormt
    • Tijdens een pyjamadag heb ik de hele dag een pyjamabroek aan. 

Gangbaarheid

  • Het woord pyjamabroek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.