rækkehus

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈʁagəˌhuˀs/
Woordafbreking
  • ræk·ke·hus
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Deense woorden række en hus.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   rækkehus     rækkehuset     rækkehuse     rækkehusene  
genitief   rækkehus'     rækkehusets     rækkehuses     rækkehusenes  

Zelfstandig naamwoord

rækkehus o

  1. (bouwkunde) rijtjeshuis
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
  • enderækkehus
  • rækkehusbebyggelse
  • rækkehushave

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.