radiopresentator

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  radiopresentator    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈradɪoprezɛnˌtatɔr/
Woordafbreking
  • ra·dio·pre·sen·ta·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord radiopresentator radiopresentatoren
radiopresentators
verkleinwoord radiopresentatortje radiopresentatortjes

Zelfstandig naamwoord

deradiopresentatorm (de)

  1. presentator op de radio
    • Radiopresentatoren moeten zeer welbespraakt zijn. 
Verwante begrippen
  • radiopresentatrice
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord radiopresentator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.