rasja
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rasja (hulp, bestand)
- IPA: /rɑˈʃa/
Woordafbreking
- ra·sja
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rasja | resjaïem |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de rasja v / m
- (Jiddisch-Hebreeuws) booswicht
- (Jiddisch-Hebreeuws) jodenhater
Verwante begrippen
- Jiddisj: roosje
Gangbaarheid
- Het woord 'rasja' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.