reader

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  reader    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rea·der
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘bundel artikelen’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
  • uit het engels to read = lezen
enkelvoud meervoud
naamwoord reader readers
verkleinwoord readertje readertjes

Zelfstandig naamwoord

dereaderm

  1. (onderwijs) een compilatiewerk, syllabus, een uitgave, voor onderwijsdoeleinden, waarin verschillende publicaties over één onderwerp verzameld zijn
    • In de reader waren complete hoofdstukken van handboeken verwerkt. 

Gangbaarheid

  • Het woord reader staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.