rectoraat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rectoraat    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rec·to·raat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rectoraat rectoraten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetrectoraato

  1. het ambt van rector, de leiding van een onderwijsinstelling, de leiding van een universiteit
    • De benoeming geldt voor vier jaar. Zijm draagt het rectoraat officieel over tijdens de 47e dies-natalisviering op vrijdag 28 november. [3] 
    • „Wij stelden samen vast dat de medezeggenschap goed is geregeld, maar dat de communicatie hierover beter kan. Wat kun je daaraan doen? Actiever worden op sociale media is een optie. Een facebookpagina van het rectoraat misschien, met af en toe een filmpje”, overweegt rector magnificus Ed Brinksma hardop. [4] 
    • Hij is de opvolger van Roel Schoonveld (67), die dan na 32 jaar rectoraat met pensioen gaat. Tennekes is historicus en sinds 1996 verbonden aan het Hermann Wesselink College in Amstelveen. Sinds 2013 is hij daar conrector. [5] 
  2. kantoor waar de leiding van een onderwijsinstelling is gehuisvest
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rectoraat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
83 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.