red

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  red    (hulp, bestand)
  • IPA: /rɛt/
Woordafbreking
  • red

Werkwoord

vervoeging van
redden

red

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van redden
    • Ik red. 
  2. gebiedende wijs van redden
    • Red! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van redden
    • Red je? 
Gelijkklinkende woorden

Gangbaarheid

  • Het woord red staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Engels

Uitspraak
  • Geluid: *  red (VS)    (hulp, bestand),  red (VK)    (hulp, bestand)
  • IPA: /rɛd/
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
redredderreddest

Bijvoeglijk naamwoord

red

  1. (kleur) rood, met een rode kleur
  2. (kaartspel) harten en ruiten
Afgeleide begrippen
  • redness
enkelvoud meervoud
red reds

Zelfstandig naamwoord

red

  1. (kleur) rood, de kleur rood (of een daarop lijkende)

Tobiaans

Zelfstandig naamwoord

red

  1. (straalvinnigen) bepaald soort soldaatvis (Myripristinae )
Verwante begrippen

Sloveens

Zelfstandig naamwoord

red

  1. orde (resultaat van ordening).
Spreekwoorden
  • vrstni red - volgorde
  • javni red - openbare orde
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.