redder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  redder    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrɛdər/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • red·der
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van redden met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord redder redders
verkleinwoord reddertje reddertjes

Zelfstandig naamwoord

deredderm

  1. iemand die iemand anders redt
     Bari, een machtige havenstad, riep hem al gauw uit tot 'redder op zee'. En de Noormannen, die Bari in bezit hadden, brachten hun verering voor de 'schutspatroon aller zeelieden' over naar Noord-Europa.[1]
  2. (beroep) iemand die getraind is om andere mensen te redden
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
redderen

redder

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van redderen
    • Ik redder. 
  2. gebiedende wijs van redderen
    • Redder! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van redderen
    • Redder je? 
Anagrammen

Gangbaarheid

  • Het woord redder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 10
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈʁεðʌ /
Woordafbreking
  • red·der
Woordherkomst en -opbouw
  • Zelfstandig naamwoord: naamwoord van handeling van het Deense werkwoord redde met het achtervoegsel -er
Naar frequentie 2384

Werkwoord

redder

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs lijdende vorm van redde
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   redder     redderen     reddere     redderne  
genitief   redders     redderens     redderes     reddernes  

Zelfstandig naamwoord

  1. redder (mannelijke vorm)
  2. redster (vrouwelijke vorm)
Afgeleide begrippen
  • [1-2]: livredder
Anagrammen

Verwijzingen

    Noors

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: / ˈɾedəɾ /
    Woordafbreking
    • red·der
    Woordherkomst en -opbouw
    • Zelfstandig naamwoord: naamwoord van handeling van het Noorse werkwoord redde met het achtervoegsel -er
    Naar frequentie 2926

    Werkwoord

    redder

    1. tegenwoordige tijd aantonende wijs lijdende vorm van redde
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   redder     redderen     reddere     redderne  
    genitief   redders     redderens     redderes     reddernes  

    Zelfstandig naamwoord

    1. redder (mannelijke vorm)
    2. redster (vrouwelijke vorm)
    Synoniemen
    • [1]: redningsmann
    Afgeleide begrippen
    • [1-2]: livredder
    Anagrammen
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.