regard

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  regard (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɹɪˈɡɑɹd/
Woordafbreking
  • re·gard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
regard regards

Zelfstandig naamwoord

regard

  1. starende blik
  2. aandacht, consideratie
  3. aanzien, respect, achting
  4. opzicht, betrekking, (ten) aanzien (van)
Typische woordcombinaties
  • [1] fix one's regard
  • [2] withoud regard for
  • [3] high regard
  • [4] in regard of
  • [4] in regard to
  • [4] with regard to
vervoeging
onbepaalde wijs to  regard 
he/she/it  regards 
verleden tijd  regarded 
voltooid
deelwoord
 regarded 
onvoltooid
deelwoord
 regarding 
gebiedende wijs  regard 

Werkwoord

regard

  1. overgankelijk aanstaren
  2. overgankelijk beschouwen
  3. overgankelijk betreffen

Gangbaarheid

99 %van de Amerikanen;
99 %van de Britten.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  regard    (hulp, bestand)
  • IPA: /ʁə.ɡaʁ/
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  regard     le regard     regards     les regards  

Zelfstandig naamwoord

regard m

  1. blik (van de ogen)
  2. aandacht
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.