regenkans
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: regenkans (hulp, bestand)
- IPA: / ˈreɣə(n)ˌkɑns / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- re·gen·kans
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van regen zn en kans zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | regenkans | regenkansen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de regenkans v / m
- (meteorologie) waarschijnlijkheid dat er in een bepaald gebied en een bepaalde periode een bui zal vallen
Gangbaarheid
- Het woord regenkans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Over landbouw en klimaat, en over regen en wind” (17 september 2021) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron “Langdurig regen” (20 oktober 2001) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.