registrator

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  registrator    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·gis·tra·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord registrator registrators
registratoren
verkleinwoord registratortje registratortjes

Zelfstandig naamwoord

deregistratorm

  1. apparaat dat registreert
Hyponiemen
  • vluchtregistrator

Gangbaarheid

  • Het woord registrator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.