reign

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  reign (VS)    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
reign reigns

Zelfstandig naamwoord

reign

  1. heerschap, regering
vervoeging
onbepaalde wijs to  reign 
he/she/it  reigns 
verleden tijd  reigned 
voltooid
deelwoord
 reigned 
onvoltooid
deelwoord
 reigning 
gebiedende wijs  reign 

Werkwoord

reign

  1. regeren
    «He reigned in an autocratic manner.»
    Hij regeerde op een autocratische manier.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.