reiniger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  reiniger    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rei·ni·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reiniger reinigers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dereinigerm

  1. (gereedschap) apparaat waarmee men kan reinigen
  2. (beroep) iemand die reinigt
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord reiniger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.