reisorganisatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: reisorganisatie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- reis·or·ga·ni·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van reis en organisatie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reisorganisatie | reisorganisaties |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de reisorganisatie v
- een bedrijf of andere organisatie die zich bezig houdt met het organiseren van reizen voor klanten
- De reisorganisatie maakte reclame voor een voordelige groepsreis naar Spanje.
- ▸ Dat komt doordat Schiphol laat met de beperking van het aantal reizigers kwam en de gevolgen voor de vliegmaatschappijen en reisorganisaties nog maar deels bekend zijn. Die hebben dus nog een puzzel op te lossen.[1]
- het organiseren van een reis
Gangbaarheid
- Het woord reisorganisatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Duidelijkheid over vliegvakantie komt met horten en stoten (en rijkelijk laat)” (24 juni 2022), NU.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.