relschopper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  relschopper    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rel·schop·per
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van rel en de stam van schoppen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord relschopper relschoppers
verkleinwoord relschoppertje relschoppertjes

Zelfstandig naamwoord

derelschopperm

  1. iemand die relletjes probeert te veroorzaken die het liefst met een flinke knokpartij gepaard gaan
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord relschopper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.