remplaçant

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  remplaçant    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rem·pla·çant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord remplaçant remplaçanten
verkleinwoord remplaçantje remplaçantjes

Zelfstandig naamwoord

deremplaçantm

  1. vervanger -> (plaatsvervanger, vervangingsmiddel) [1]

Gangbaarheid

  • Het woord remplaçant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
56 %van de Nederlanders;
67 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Frans

Werkwoord

remplaçant

  1. tegenwoordig deelwoord (participe présent) van remplacer
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.