resonator

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  resonator    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·so·na·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord resonator resonatoren
resonators
verkleinwoord resonatortje resonatortjes

Zelfstandig naamwoord

deresonatorm

  1. (natuurkunde) systeem dat een uitgesproken frequentie (eigenfrequentie) heeft waarop resonantie optreedt

Gangbaarheid

  • Het woord resonator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
72 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.