retrospectief

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  retrospectief    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·tro·spec·tief
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen retrospectiefretrospectieverretrospectiefst
verbogen retrospectieveretrospectievereretrospectiefste
partitief retrospectiefsretrospectievers-

Bijvoeglijk naamwoord

retrospectief

  1. terugkijkend naar het verleden
    • In dat verhaal komen veel retrospectieve elementen voor. 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord retrospectief retrospectieven
verkleinwoord - -

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoord

hetretrospectiefo

  1. overzicht van iemands oeuvre (waarin dus wordt teruggekeken)
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord retrospectief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.