riemgesp

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  riemgesp    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrimɣɛsp/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • riem·gesp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord riemgesp riemgespen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deriemgespv/m

  1. beugel met tong of pin waarmee het ene uiteinde van een riem of ceintuur wordt vastgemaakt aan het andere uiteinde, waarin gaatjes zijn gemaakt waar die tong of pin inpast
     Zijn metalen riemgesp en twee Parker-pennen in zijn borstzak laten de detectiepoort evenmin piepen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'riemgesp' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Ahmet Olgun
    “Rammelend door de metaaldetector” (18 september 2001) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.