riemvissen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  riemvissen    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • riem·vis·sen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord riemvissen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deriemvissenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord riemvis
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Regalecidae  uit de orde van de koningsvissen. Riemvissen komen overal voor in het open water van de oceanen. De vissen kunnen zeer lang worden, de ('gewone') riemvis tot 11 meter. De vissen hebben geen aarsvin, wel een zeer lange rugvin die voor op de kop begint. De eerste acht tot tien vinstralen van de rugvin zijn helder rood gekleurd en opvallend lang. De vissen hebben kleine ogen en geen tanden
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)

Gangbaarheid

  • Het woord 'riemvissen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.