rigna

IJslands

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈrɪkna /
Woordafbreking
  • rig·na
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Oudnoordse werkwoord regna
Naar frequentie 7070
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden tijd voltooid deelwoord
(supinum)
3e pers enk. 1e pers mv.
rignarigndirigndirignt
volledig

Werkwoord

rigna

  1. onpersoonlijk, (meteorologie) regenen
    «Allan síðari hluta dagsins rigndi óaflátanlega.»
    Het hele latere deel van de dag regende het onophoudelijk.

Werkwoord

rigna + datief

  1. (figuurlijk) regenen (bijv.: Het regende verwijten.)
    «Glerbrotum rigndi á gangstéttina.»
    Glasscherven regenden op de stoep.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.