regne

Catalaans

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
regne regnes

regne m

  1. koninkrijk

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈʁɑjnə/
Woordafbreking
  • reg·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse regna.
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
regne
regner
regnede
regnet
volledig [A]+[B]

Werkwoord

[A] regne

  1. onpersoonlijk, (meteorologie) regenen (van water)
  2. (figuurlijk) regenen (in grote antallen vorkomen)
Afgeleide begrippen
Spreekwoorden
  • [2]: Når det regner på præsten, drypper det på degnen.
Als het regent op de pastoor dan druipt het ook op de koster.
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: Det regner skomagerdrenge.
Het regent katten en honden.

Werkwoord

[B] regne

  1. (wiskunde) rekenen, tellen
  2. schatten
  3. overwegen

Verwijzingen

    Noors

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: /ˈɾæjnə/
    Woordafbreking
    • reg·ne
    Woordherkomst en -opbouw
    • Werkwoord [A]: Afkomstig van het Oudnoorse woord regna.
    • Werkwoord [B]: Afkomstig van het Oudnoorse woord reikna, dat uit het Nederduits komt.
    vervoeging
    onbepaalde wijs regne regne
    tegenwoordige tijd regner regner
    verleden tijd regnet
    regna
    regnte
    voltooid
    deelwoord
    regnet
    regna
    regnt
    onvoltooid
    deelwoord
    regnende regnende
    lijdende vorm regnes regnes
    gebiedende wijs regn regn
    vervoegingsklasse Klasse 1 zwak Klasse 2 zwak
    opmerking optioneel optioneel

    Werkwoord

    [A] regne

    1. onovergankelijk, onpersoonlijk, (meteorologie) regenen
      «Det har regnet i hele dag.»
      Het heeft de hele dag geregend.
    2. onovergankelijk, (figuurlijk) regenen
      «Det regnet med lovord.»
      Het regende lof.
    Verwante begrippen
    Spreekwoorden
    • [2]: Når det regner på presten, drypper det på klokkeren.
    Als het regent op de pastoor dan drupt het ook op de koster.
    Uitdrukkingen en gezegden
    • [1]: regne i strie strømmer
    De regen komt met bakken uit de hemel. / De regen viel bij bakken. / hozen / plenzen
    • [1]: Det regner kattunger.
    De regen komt met bakken uit de hemel. / De regen viel bij bakken. / hozen / plenzen
    vervoeging
    onbepaalde wijs regne
    tegenwoordige tijd regner
    verleden tijd regnet
    regna
    voltooid
    deelwoord
    regnet
    regna
    onvoltooid
    deelwoord
    regnende
    lijdende vorm regnes
    gebiedende wijs regn
    vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
    opmerking

    Werkwoord

    [B] regne

    1. onovergankelijk, (wiskunde) tellen
    2. onovergankelijk, (wiskunde) rekenen
      «Vi regner med to brød til manns.»
      We rekenen met twee broden per man.
    3. overgankelijk beschouwen
      «Han regnes som ekspert i faget.»
      Hij wordt beschouwd als een expert in het onderwerp.
    Afgeleide begrippen
    • [1]: regne opp
    • [1]: regne sammen
    • [2]: beregne
    • [2]: regne med
    • [2]: regne om
    • [2]: regne på
    • [2]: regne til
    • [2]: regne ut
    • [3]: regne etter
    • [3]: regne for
    • [3]: regnes som
    Uitdrukkingen en gezegden
    • [1]: regne til ti
    tot tien tellen
    • [2]: regner i hodet
    in zijn hoofd rekenen
    • [2]: rundt regnet
    ruwweg, circa

    Nynorsk

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: /ˈɾæjnə/
    Woordafbreking
    • reg·ne
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig van het Oudnoorse woord regna.
    vervoeging
    onbepaalde wijs regne
    regna
    regne
    regna
    tegenwoordige tijd regnar regner
    verleden tijd regna regnde
    voltooid
    deelwoord
    regna regnt
    onvoltooid
    deelwoord
    regnande regnande
    lijdende vorm regnast regnast
    gebiedende wijs regn
    regna
    regne
    regn
    vervoegingsklasse Klasse 1 zwak Klasse 2 zwak
    opmerking optioneel optioneel

    Werkwoord

    regne

    1. onovergankelijk, onpersoonlijk (meteorologie) regenen
      «Det regna og bles.»
      Het regende en waaide.
    2. onovergankelijk dalen, dwarrelen
    Verwante begrippen
    • hølje
    • pøse

    Werkwoord

    regne

    1. gebiedende wijs van regna
    Schrijfwijzen

    Werkwoord

    regne

    1. gebiedende wijs van regne
    Schrijfwijzen
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.